Ready om te deadliften? Met onze stapsgewijze instructies leer je hoe je een conventionele deadlift goed uitvoert. Hierboven noemden we al even dat er verschillende soorten deadlifts zijn. Bovendien kun je de barbell ook op verschillende plekken vasthouden. Maar laten we met de conventionele deadlift beginnen.
Je hebt er gewichten – doorgaans een barbell – voor nodig, dus doe deze oefening in de sportschool (of thuis als je daar de juiste gewichten hebt). Gebruik een barbell met grote platen die je kunt loshalen. Een barbell met kleinere, ingebouwde gewichten is niet geschikt. Met grote platen hoef je namelijk niet te ver omlaag te komen om de halterstang goed vast te pakken.
Welk gewicht je nodig hebt, hangt af van je fitheid. Als dit je eerste keer deadliften is, pak dan een laag gewicht en bouw langzaam op.
Zo doe je een deadlift:
Doe een warming-up: Net als bij elke andere oefening begin je met een warming-up. Daarbij focus je je op de spieren die je bij je deadlift gaat gebruiken.
Neem de juiste houding aan: Leg de barbell voor je op de grond. Ga met je voeten op heupbreedte staan. Draai je tenen licht naar buiten. De halterstang moet (bijna) tegen je schenen aan komen.
Buig naar voren: Breng je heupen naar achteren en buig je knieën.
Hou de halterstang vast: Pak de halterstang met twee handen op schouderbreedte vast, met je knokkels naar boven. Hou tijdens de hele beweging je armen gestrekt.
Bereid je voor: Activeer de spieren in je schouders, core en rug. Hou je ruggengraat neutraal (recht).
Begin met tillen: Strek eerst je benen, activeer je bil- en beenspieren en duw je voeten in de grond. Duw nu je knieën naar voren en kom in een scharnierbeweging omhoog. Hierbij hou je de halterstang dicht bij of tegen je schenen en bovenbenen.
Als je boven bent: Hou de positie bovenaan een paar seconden vast en breng de halterstang vervolgens weer langs je bovenbenen en schenen omlaag. Hou je rug recht en zorg dat je op een beheerste manier in een scharnierbeweging omlaag komt tot je weer in je startpositie staat.
Nog een keer: Hou de halterstang een paar seconden vast met de gewichten op de grond en til opnieuw.
Als je weinig of geen ervaring met deadliften hebt, kun je je sportmaatje (of nog beter: een trainer) vragen om je de eerste paar keer te spotten. Die kan dan controleren of je vorm goed is en zo nodig bijsturen.